Steven Smith
Net toen Darcy zijn mobieltje opraapte van de grond, ging het af. Steven beet op zijn lip en keek naar Darcy, die op het beeldscherm van zijn telefoon keek.
"Rowan mist je, Smith. Waarom vertel je hem niet dat je nog even langs jouw baas bent, om het een en ander voor te leggen?" Darcy stapte dichterbij, zijn wapen nog in zijn hand. "En waag het om ook maar íets te verraden. Dan knal ik een kogel door je kop. En ik twijfel niet," gromde hij duidelijk. Steven was gespannen, maar bovenal heel erg verward. Plotseling was een van zijn collega's waar hij- dacht hij- best mee op kon schieten, zijn vijand geworden. Hoe was het mogelijk..
Steven haalde diep adem en pakte zijn mobieltje weer aan. Met een trillende hand nam hij op. "Rowan.. Sorry dat het zo lang duurt.. Ik.." hij keek even naar Darcy en twijfelde. Darcy keek hem fel aan en zette de loop van zijn revolver tegen Steven's hoofd. "Ik ben nog even bij het OM. Nog wat zaken afronden. Ik kom zo terug.." Gelijk hing hij op. Darcy pakte zijn telefoon weer af en haalde de accu eruit, om het daarna in de hoek van de kamer te horen.
"Oké, Smith. Ik zal je eens vertellen waarom ik je zo'n verschrikkelijke klootzak vind en ik je al maanden lang dood wens." Darcy bleef zijn wapen op Steven richten terwijl hij richting de muur liep met alle informatie. Hij trok een foto van de muur en hield die voor Steven's gezicht. "Wie is dit?" vroeg hij nu. "Vertel mij wat zijn naam is!" Steven bekeek de foto. De getinte man die hij ergens van kende, maar hij wist niet meer waarvan. Hij had in zijn leven zoveel mensen gezien..
"Wie is het, Smith?!" schreeuwde Darcy nu. Darcy's gezicht was rood aangelopen, al zijn woede leek er in een keer uit te komen. "Ik weet het niet. Ik heb zoveel mensen gezien in mijn l..." Darcy onderbrak hem. "Klootzak!" De jonge agent hijgde van woede. Steven stapte een stap achteruit, weg van Darcy.
"Deze man is Dester Rowney. Deze man wás Dester Rowney. Hij wás mijn broer, verdomme!" schreeuwde Darcy nu. Hij liet de foto nu op de grond vallen en vloog Steven plotseling aan uit het niets. Hij drukte hem tegen de muur en gaf hem een harde klap met zijn wapen. Daarna zette hij het wapen tegen zijn slaap.
"Jij.. Vuile tyfushond.." gromde Darcy buiten zijn doen. Steven probeerde kalm te blijven, maar dat was haast onmogelijk. Adrenaline pompte door zijn aderen, maar hij voelde zich enorm zwak en duizelig. De klap met het wapen had daar niet bij geholpen. Hij hijgde lichtjes en keek voor zich uit. Met oogcontact zou hij de woede van Darcy alleen maar aanwakkeren waarschijnlijk. Al kon dat ook gebeuren als hij oogcontact vermeed.
"Wat heb ik daarmee te maken, Darcy.. Ik vind het vreselijk voor je maar-" opnieuw liet Darcy hem niet uitpraten. "Wat jij daarmee te maken heb? Alles, Smith! Alles, godverdomme! Jij heb ervoor gezorgd dat hij de gevangenis in kwam! Hij had níets gedaan. Hij was genaaid. Hij deed nooit een vlieg kwaad. Hij is ook agent geweest, wist je dat? Nee, vast niet. Jij geeft niets om mensen. Lul dat je bent. Hij had die moord niet gepleegd op dat meisje. Hij is genaaid door iemand. Hij zou dat nooit doen, nooit! En jij.. Jij arresteerde hem! Jij zorgde ervoor dat hij in de gevangenis kwam! En dankzij jou is hij dood. Vermoord. In de gevangenis, tijdens een gevecht. Hij hoorde daar niet thuis. Hij is alleen gestorven, helemaal alleen. En jij zal ook alleen sterven, klootzak!" Darcy sloeg nog eens met zijn wapen tegen Steven's hoofd. Steven kreunde en sloot zijn ogen. Verdomme, waarom had hij dit niet eerder doorgehad?
Darcy pakte de handboeien die aan zijn eigen riem zaten en draaide Steven hardhandig om, waarna hij hem boeide. Zonder nog iets te zeggen duwde hij Steven voor zich uit, het huisje uit, naar de kleine schuur. Steven kon zich niet verzetten. Normaal liet hij zich niet zomaar verslaan, maar al zijn kracht leek weg. Het enige wat hij voelde was pijn, vermoeidheid en duizeligheid.
Eenmaal in de schuur duwde Darcy hem helemaal naar de achterkant van de schuur en trok een aantal zeilen van de grond. Daaronder zat een soort rare, droogstaande put van ongeveer vier meter diep. Darcy deed het luik open en richtte zijn wapen weer op Steven.
"Spring erin.." gromde hij nu. Steven schudde zijn hoofd. Nee, dit ging hij niet doen. Darcy snoof even kwaad en gaf Steven toen een harde duw. Hij viel naar beneden en klapte op de grond neer. Even leek hij out te zijn, maar dat was voor kort.
"En als je niet sterft omdat je verzuipt, ga je wel dood door dat spul wat ik in je drinken heb gedaan," gromde Darcy nog, waarna hij het luik dichtsmeet en een kraan opendraaide. Steven krabbelde overeind. Hij verzette zich tegen de handboeien, maar wist dat dat weinig zin had. Met een redelijk snel tempo vulde de 'put' zich met water.
"Darcy! Kom op man.. Ik kon er niks aan doen! Het is mijn werk!" probeerde Steven nog, maar het had geen zin, Darcy was hem allang gevlogen.