Rowan Rivers
De hele weg naar het bureau sprak hij geen woord tegen Lincoln. Hij kon het niet opbrengen. Hij kon niet aardig tegen hem toen terwijl hij wist dat Steven vanavond dood zou zijn. Hij kneep zijn ogen dicht en zette zijn auto vrij slordig in een parkeervak voor het bureau. Hij stapte uit, en liep naar zijn kantoor. Lincoln volgende hem naar zijn kantoor, aangezien ze elke dag niet anders deden. De agenten spraken geen woord tegen hem, of tegen de jongen, aangezien Rowan duidelijk uitstraalde dat hij niet vrolijk zou reageren als iemand iets tegen hem zou zeggen, of iets aan hem zou vragen. Iedereen hier wist natuurlijk dat hij ontzettend veel met Steven om ging, en iedereen wist ook dat vanavond de executie was. Rowan liep zijn kantoor in, haalde een hand door zijn haar, en wreef daarna langs zijn kin, waar zwarte stoppels zaten. Zodra het slecht met hem ging boeide zijn uiterlijk hem ook niets meer. 'Ik ben weg, ik zie je straks wel weer,' zei hij nu kort tegen Lincoln, en hij greep een dossier van zijn bureau om daarna direct naar de verhoorkamer te lopen. Daar begon hij vandaag mee. Toen dat eindelijk klaar was besloot hij nog een laatste poging te doen om iets voor Steven te betekenen. Hij maakte zichzelf daar de afgelopen dagen gek mee. Nachten was hij aan het proberen om duidelijk te maken dat ze Steven niet moesten executeren, dat hij die agente niet vermoord had, tenslotte had Rowan dat gezien. Maar hij kon niets betekenen. Nu liep hij naar het kantoor van Steven, trok de deur open, en sloot die achter zich. Hier kon hij tenminste even alleen zijn. Hij ging op de stoel zitten, en hij pakte de telefoon, om daarna een nummer dat hij op een briefje had staan te bellen. Het duurde hem te lang, waardoor hij met zijn vingers op het bureau van Steven begon te tikken. 'U spreekt met hoofdinspecteur Rivers....' begon hij, en hij sloot zijn ogen bij het uitspreken van die woorden. 'Ik bel over de executie van Steven Smith vanavond... Ik heb namelijk een paar bezwaren...' begon hij nu, en zijn stem klonk vrij vast, omdat hij zijn emotie's aardig goed kon verbergen de laatste dagen. Hij moest ook wel. 'Ik heb gézien dat hij haar niet vermoord heeft... het is allemaal een vergissing...' probeerde hij nu nog eens, voor de zoveelste keer. 'Ik weet dat u waarschijnlijk niet veel kan betekenen, maar er staat hier een leven op het spel! Ja, ik weet verdomme dat ik een emotionele band met hem heb, maar dat veranderd helemaal niets aan wat ik gezien heb!' schreeuwde hij nu, hij begon zijn kalmte te verliezen. 'Ja, laat het mij maar weten...' gromde hij daarna, en hij hing op. Hij gooide de telefoon aan de kant en hij sloeg met zijn vuist op het bureau van Steven. Hij was wanhopig. Enorm wanhopig. Hij wist niet wat hij moest doen, wat hij kon doen, maar hij kon niet leven met het feit dat Steven doodging, terwijl hij gezien had dat het niet zijn schuld was. Hij wist dat het niet zijn schuld was. Tranen kwamen in zijn blauwe ogen, en niemand die het zag. Nu hij alleen was maakte het toch niet uit. Zijn huid was bleek, hij at eigenlijk niets meer, waardoor hij opnieuw heel erg veel afviel, en hij rookte meer dan eerst. Hij dronk niet echt, dat wilde hij niet doen, Steven zou hem vermoorden als hij dat wist. Toch had hij het daar moeilijk mee, de drang was enorm. Ook naar drugs op dit moment, en hij slikte een ongezonde hoeveelheid kalmeringspillen om maar een beetje rustig te blijven. Toen er op de deur geklopt werd keek hij wat geschrokken op. Hij veegde snel zijn tranen weg, haalde een hand door zijn haar en hij ademde een paar keer diep in om rustig te worden. Hij dacht dat hij er nu wel weer gewoon rustig uit moest zien. 'Binnen,' zei hij dus ook, en precies zoals hij verwacht had was het de vrouw van het OM. 'Rivers... ik dacht, ik verander het naambordje op dit kantoor maar, want dat is nu natuurlijk van jou,' zei ze, en er kwam een geschrokken uitdrukking in zijn ogen te liggen. 'Maar... echt niet...' begon hij direct en hij sprong op. Ze keek hem wat raar aan, en fronste even. 'Je begrijpt toch dat Smith niet meer terug komt... hij is dood vanavond...' zei ze nu, en deze confrontatie was nogal heftig voor Rowan, waardoor hij haar woest aankeek, maar hij klemde zijn kaken op elkaar. 'Je maakt je opleiding af bij een andere hoofdinspecteur, maar deze functie is gewoon al voor jou, we hebben nu toch niemand meer,' zei ze, en Rowan kon niets anders dan haar compleet verbijsterd aankijken. 'Ik heb ook een nieuwe ID-kaart voor je,' zei ze nu, en die gaf ze aan hem. Hij keek weg, en hij slikte moeizaam. 'Ik wil helemaal geen opleiding volgen bij iemand anders. Ik wil niet dat je het naambordje veranderd. Hij leeft nog. Hij leeft nog gewoon. Dit is zo ontzettend respectloos!' zei hij nu fel tegen haar, en hij snoof even. 'Ik wist wel dat jullie vriendschap schijnbaar nogal sterk was, maar ik dacht, nadat je gezien hebt wat hij gedaan heeft, zal je wel niets meer van hem willen weten,' zei de vrouw nu tegen hem, en hij had de neiging haar een enorme klap te geven. 'Natuurlijk niet! Hij heeft het niet gedaan! Verdomme! Hij was het helemaal niet!' schreeuwde hij nu woest, en hij hoorde zijn stem bijna door het hele bureau galmen, waardoor het opeens ijzig stil leek. Het boeide hem niets dat iedereen dit kon horen. 'Dus jij beweert dat hij geen bank overvallen heeft?' snoof de dame nu hooghartig tegen hem, en Rowan voelde zich wanhopig worden. 'Hij heeft een bank overvallen, dat zal ik nooit ontkennen. Maar hij had geen keuze! Dit moet verder uitgezocht worden! Dit kan niet zomaar!' schreeuwde hij nu weer. 'Hij heeft die agente niet neergeschoten! Ik heb zelf gezien dat hij haar niet neer geschoten heeft!' schreeuwde hij nog harder. 'Rivers... rustig aan... de spanning wordt je te veel...' zei ze nu tegen hem, maar hij bleef haar woest aankijken. 'Helemaal niet! Ik heb het gezien! Waarom geloofd niemand mij?!' vroeg hij met overslaande stem, en haar ene wenkbrauw schoot omhoog. 'Waarschijnlijk door jou verleden, denk je niet? Je bent niet de meest betrouwbare persoon, als ik zo naar de afgelopen jaren kijk,' zei ze kort tegen hem. 'Je neemt de rest van de middag maar vrij, je bent veel te gespannen. Je ziet dingen die er niet zijn,' zei ze nu tegen hem. En hij schonk haar opnieuw een woeste blik. Daarna griste hij zijn spullen van zijn bureau, en beukte hij haar half aan de kant om langs haar het kantoor van Steven uit te schieten. Er waren wat agenten op de gang die alles gehoord hadden waarschijnlijk, want die keken hem aan. Bijna meelevend. Toch zat hij daar nu niet op te wachten. Hij ging direct naar zijn eigen kantoor, trok de deur open, en keek naar Lincoln. 'Kom, we gaan naar je vader toe,' zei hij nu tegen hem, en zonder op een enkel antwoord te wachten liep hij naar buiten toe, naar zijn auto. Hij kneep zijn ogen een seconde dicht, omdat hij stond te wankelen op zijn benen, de wereld draaide om zich heen. Hij had inderdaad te veel spanning, maarja, dat was niet zo heel gek. Hij wilde het liefst Andrea bij zich hebben nu, maar hij zag ook wel in dat dat niet ging nu. Waarschijnlijk zou ze zelfs bang voor hem zijn, nu hij zo gespannen was. De laatste keer dat dat zo was, ging het niet erg goed, en had hij iets vreselijks bij haar gedaan. Die gedachte maakte hem nog misselijker en nog meer gespannen, maar dat probeerde hij nu zo goed mogelijk van zich af te zetten. Hij trok de deur van zijn auto open, en hij ging zitten, maar hij wachtte met wegrijden totdat Lincoln ook goed zat. Daarna schoot de auto er vandoor, hij reed op een achterlijk hoog tempo, en het boeide hem niets dat hij veel en veel te hard reed.